Het orgel is gebouwd en ontworpen door L. van Dam en Zonen te Leeuwarden en is in 1904 in gebruik genomen. Het is een mechanisch zogenaamd sleepladenorgel met aanvankelijk 22 stemmen, 10 stemmen op het hoofdwerk, 7 op het bovenwerk en 5 op het pedaal. In de jaren 50 van de vorige eeuw is een sesquialter bijgebouwd en in 1972 is een register op het pedaal bijgebouwd, namelijk een 16-voets tongwerk (fagot).
Op initiatief van toenmalig kerkrentmeester dhr. H. Breugem, is het van Dam orgel in 2013, gerestaureerd. Adviseur dhr. Aart Bergwerf heeft vooraf een uitgebreid rapport gemaakt. Naar aanleiding van dit rapport is het orgel geheel schoongemaakt, gerenoveerd en is de windlade gerestaureerd. De Mixtuur 3-4-sterk van het boven klavier is vervangen voor een dulciaan 8 voet. Het orgel is daarna opnieuw geïntoneerd naar het karakter van de orgelmaker van Dam. De werkzaamheden aan het orgel zijn uitgevoerd door de Orgelbouwer Verschueren uit Heijthuizen.

De huidige dispositie is:

Manuaal I:
1. Prestant 8 voet
2. Bourdon 16 voet
3. Violon 8 voet
4. Holpijp 8 voet
5. Octaaf 4 voet
6. Octaaf 2 voet
7. Roerfluit 4 voet
8. Cornet 5 sterk
9. Mixtuur 4-6 sterk
10.Trompet 8 voet (gehalveerd)

Manuaal II:
1. Salicionaal 8 voet
2. Prestant 4 voet
3. Flute dolce 8 voet
4. Melaphone 8 voet
5. Sesquialter 2 sterk
6. Fluit travers 4 voet
7. Woudfluit 2 voet
8. Dulciaan 8 voet

Pedaal:
1. Subbas 16 voet
2. Violoncello 8 voet
3. Fluitbas 8 voet
4. Octaaf 4 voet
5. Fagot 16 voet
6. Trombone 8 voet

Manuaal koppel:
Koppel pedaal I
Tremulant op II

Werktuigelijke Registers:
1. Klavierkoppeling.
2. Koppel pedaal manuaal I.
3. Tremblant (Céleste zweving)
4. Ventiel of Windlozer.

De bovenstaande gegevens zijn met toestemming overgenomen uit het boekje van de HERVORMDE KERK VAN MONSTER "Enkele grepen uit de geschiedenis" geschreven door dhr. Th. van Straalen.